Ok

En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies. Ces derniers assurent le bon fonctionnement de nos services. En savoir plus.

De voorstromende openbaring

Pin it!

 

 

 

Willem Jan Otten

Onze Lieve Vrouwe van de schemering

Essays over poëzie, film en geloof

 

 

 

L’article qui suit est un compte rendu en néerlandais d’un ouvrage de Willem Jan Otten, paru dans le périodique flamand De leeswolf, n° 4, 2010, p. 246-247. Deux romans de cet auteur sont disponibles en français : Un homme par ouï-dire (Les Allusifs) et La Mort sur le vif (Gallimard).

 

 

willem jan otten,essais,littérature,catholicisme

 

In de essays, dagboekaantekeningen, colleges en andere teksten verzameld in Onze Lieve Vrouwe van de Schemering (de meeste zijn eerder in een andere vorm in kranten of tijdschriften gepubliceerd) vordert Willem Jan Otten op het middenpad en de zijpaden die hij sinds enige tijd bewandelt. Aan de hand van het werk van tientallen kunstenaars, zowel schrijvers als schilders of filmmakers, onderzoekt hij, niet zelden op het drielandenpunt waar literatuur, filosofie en theologie elkaar raken, enkele kernvragen die terug te brengen zijn tot de grondverhalen, oermythen en symbolen van het katholicisme.

De meerwaarde van zijn zoektocht berust op het feit dat hij met zijn eigen ‘verhalen’ laat zien hoe die verhalen, mythen en symbolen zich in het concrete leven vertalen, in hoeverre die inzichten op algemeen menselijk vlak geldig kunnen zijn en onze dagelijkse beslommeringen en gevoelens kunnen belichten en verlichten. Otten geeft als dichter vorm aan een bewustwordingsproces en een ervaring (de twee basiskenmerken van het geloof, het geloof dat hand in hand gaat met de ratio zoals kerkvaders, pausen, mystici en andere vooraanstaande auteurs in de loop der eeuwen het herhaaldelijk geformuleerd hebben (Hadewijch: ‘Dat een es datmen hier begheert Minne met redenen’), die zijn leven bepalen sinds ‘de revolutie’ in hem woedt en woelt, ‘de enige revolutie, dat wil zeggen Christus’ – om de formule van de Franse antropoloog René Girard aan te halen. Zoals in vroegere werken (denk bijvoorbeeld aan ‘Kroniek van zoon die vader wordt’) wordt in Onze Lieve Vrouwe van de Schemering de link tussen herinnering (het geheugen, het vergeten) en bewustzijn gelegd. Vaak gaat Otten op zoek naar momenten en momentopnamen uit zijn verleden, zijn kindertijd: ‘Mijn bewustzijn is een oneindige verzameling verdwijnpunten’. Deze zoektocht heeft een extra dimensie gekregen sinds de auteur het mysterie van Pasen serieus is gaan nemen en de betekenis en schoonheid van de annunciatie en de visitatie voor de mensheid en voor zichzelf ontdekt heeft. Maar zijn perceptie van de werkelijkheid heeft hij ook verruimd en verscherpt dankzij het werk van collega-schrijvers die hij bewondert. Mede door het oeuvre van Patrick Modiano – romancier die het tegenovergestelde doet ‘als wat een historische romanschrijver’ zou doen — is hij anders naar de tijd gaan kijken: ‘Het idee dat de tijd alleen maar in één richting verstrijkt is een intellectuele gotspe, echt iets voor darwinisten, marxisten en Dawkins.’ ‘Soms denk ik’, voegt hij er aan toe, ‘dat de tijd, waar alle bewustzijnen uit verdwijnen en verdwijnen, op ons wacht. Desnoods een eeuwigheid.’ Een blik op de tijd (en de ruimte) die wellicht minder vreemd is in de ogen van sommige Andesbewoners – die zich de onzichtbare toekomst achter hun rug voorstellen – dan in die van de huidige verlichte westerlingen. Trouwens, in de Bijbel is de toekomst geen eindpunt op een meetlat, maar een ‘inbreuk’ in de tijd van iets geheel nieuws. Iets dat op ons toekomt.

WJO2.pngVeel teksten van Willem Jan Otten kunnen worden gelezen als uitdieping van en commentaar op zijn eigen eerdere werk. Meerdere boeken en films waarover hij schrijft en waarover hij diepgravende inzichten formuleert, kunnen op hun beurt verhelderend zijn voor de lezer die een betere kijk wenst te krijgen op het werk van de Librisprijs-winnaar van 2005. Dat geldt bijvoorbeeld voor het oeuvre van René Girard – waar Otten in zekere zin enkele hoofdstukken aan toevoegt – en voor Stille Omgang van Willem Barnard, een boek dat de laatste jaren min of meer zijn ‘brevier’ is geworden. Een zin als: ‘Barnard springt van het ene inzicht naar de andere inval, terwijl de openbaring onverstoorbaar blijft stromen’ vertelt bijvoorbeeld heel veel over de poëzie en het proza van Otten.

Als de boeiendste pagina’s van Onze Lieve Vrouwe van de Schemering beschouw ik ‘De opspringzin’ (over Ida Gerhardt en haar geloof in het offer van Christus) en het essay ‘Borges’ gebed’, met het daaropvolgende gedicht ‘Geen gebed’. Het verband tussen poëzie en religie, tussen gedicht en gebed is inmiddels een kernmotief – de kern? – van Ottens schrijverschap gaan vormen. Een kern waar het geheim huist. Een kern die het geheim is. De Nederlander over de Argentijn: ‘Borges dramatiseert als geen ander de mens als een transcendent wezen, als een schepsel dat streeft naar het ene, dat hem doet samenvallen met zichzelf of met het oneindige, onbenoembare, onachterhaalbare – en in deze wens om de mens als zo’n wezen te begrijpen is Borges zelf transcendent.’ Als je de gedichten of prozateksten van Otten blijft lezen met de gangbaar materialistische bril, waan je je gauw in een kerk vol met pronkerige prullaria, terwijl hij je uitnodigt een doolhof binnen te treden waar kloven, afgronden en steile hellingen elkaar afwisselen. Afgronden zoals de ‘grammaticale afgrond’ die hijzelf ervaart wanneer hij geconfronteerd wordt met Procès de Jeanne d’Arc van Robert Bresson. Naast de diepzinnige passages over deze film (in ‘Verberg de ideeën’) brengt Otten ook een hommage aan andere regisseurs: Bergman, Tarkovski, Buñuel, Kubrick…

Het hoofdgerecht bestaat echter uit de vijf colleges die Willem Jan Otten aan de Freie Universität Berlin gaf en die de titel ‘Berlijnse geloofsbrieven’ hebben gekregen. Daarin geeft de auteur, via ‘een erotische literatuurbenadering’, een onmisbare uiteenzetting over zijn denk- en schrijfwijze, over zichzelf als ‘werkwijze’, over hoe en waarom hij betrokken raakt bij een verhaal, een toneelstuk, een film. Aan de orde komen de beweging van het zich inleven van de lezer en de toeschouwer in het personage (‘de beweging het personage in’) alsook het verhaal dat het geheim van alle verhalen en van het leven van de auteur bevat: het Paradijsverhaal.

WJO3.pngDe droom en het ontwaken, stilte en schemering, de wil en de wanhoop, zien en kijken, vertellen en zeggen, de verrijzenis en de wedergeboorte, verzoening en verlossing, de (h)erkenning en het onzichtbare, de pornografie en de liefde, maskers en spoken, zelfmoord en euthanasie, het lezen en ‘de besmette woorden’, het gezinsverband, de (stief)vader en Onze Vader, het mysterie (‘Een mysterie is een aanraking, niet een stelling’), dubbelganger en begeerte, het verlangen, het verdriet, het torsen en de troost, gebod en belofte, de vogels en de boten zijn enkele motieven en thema’s die Ottens gedachtegang begeleiden. Maar zoals de katholieke leer tot het kruis terug te brengen is, zou je ook het boek van Otten tot één woord kunnen reduceren: vrijheid. Een begrip dat hij uitwerkt in het stukje over de dichter Willem de Mérode en vooral in de Berlijnse colleges. ‘Hoe ik ook mijn best doe – wat vrijheid “is”, zal ik nooit kunnen weten los van het handelen van een mens, of mensen: van scènes en verhalen, dus. Het gaat altijd en per definitie om een daad, en dat die in vrijheid wordt gepleegd, dat wordt door de handeling opgevangen. Niet gevangen, om met Les Murray te spreken. Opgevangen.’ En: ‘Er is niets voor vrijheid te zeggen – het is, als je het bekijkt zoals de schrijver van Genesis het heeft bekeken, het enige waar mensen echt last van hebben. Ik vermoed dat dat één van de redenen is waarom dit verhaal maar niet ophoudt te fascineren. Het is zo schrikbarend realistisch. Mensen voelen zich grandioos omdat zij vrij zijn. Ze voelen zich tegelijkertijd nietig omdat ze vrij zijn. Vrijheid is dan ook precies waar zij het liefst vanaf willen.’

In de tijd dat ik mij in Nederland vestigde, wijdde de klassieke zender Radio 4 een programma aan Olivier Messiaen, die kort daarvoor overleden was. Een muziekcriticus maakte zich onsterfelijk door te zeggen dat de Fransman allicht de grootste componist van de twintigste eeuw was en dat het dus het verstand te boven ging dat hij katholiek was. Het werk van Willem Jan Otten is niet aan deze muziekcriticus besteed.

 

Daniel Cunin

 

 

Willem Jan Otten: Onze Lieve Vrouwe van de schemering: essays over poëzie, film en geloof, Van Oorschot, Amsterdam, 2009.

  

 


Willem Jan Otten op de Nacht van de Poëzie 2018 - VPRO Poëzie

 

 

Les commentaires sont fermés.