Memorabele memoires (3) Allen Ginsberg
Memorabele memoires
(what’s in a name?)
In deze rubriek blikt dichter Gerry van der Linden
op bijzondere ontmoetingen terug.
Allen Ginsberg leest voor
Dichter in de VS
Toen mijn debuutbundel ‘De Aantekening’ (De Bezige Bij) in 1978 was gepubliceerd, droeg ik gedichten voor op ’t Spui, Amsterdam. Met o.a. dichters Frank Koenegracht, Lizzy Sara May, Jotie ’t Hooft. Het Parool sprak van ‘Jonge, frisse gedichten met een filosofische ondertoon en barsten van kwetsbaarheid.’ Dat kon ik in mijn zak steken. Kort daarna zou ik vertrekken naar de USA, ik wilde er al heel lang heen en moest ik nu de rest van mijn leven dichter wezen?
Amerika zag er precies uit zoals in de films. Na een tergend langzame busrit van New York – San Francisco in een met hippies volgepropte Grey Rabbit Bus, werd ik aangenomen in het Italiaanse restaurant Little Joe’s. Elke dag stond voor de deur een flinke rij te wachten, de pasta bleek beroemd te zijn. Ik werkte als ‘busgirl’ en moest tafels afruimen, de volgorde van de rij in het oog houden, gasten naar hun plaats brengen, menu in handen, mandje brood en karaf water op tafel. Non-stop. Serveerster was voor mij te hoog gegrepen, te dromerig, onhandig. Twee keer werd ik ontslagen en weer aangenomen… ik moest toch wonen, eten en… Sure, sure.., sputterde baas Franco, terwijl hij zijn handen vertwijfeld in de lucht gooide, tegen deze ijzersterke logica kon hij niet op.
Ik woonde met een roommate in Green Street on Russian Hill in een bruin geverfd Victoriaans huis en liep elke dag dansend de oneindige stenen trap af naar het restaurant en een stuk minder uitbundig weer op naar huis. Een blok verder van het restaurant was City Lights Bookstore. Daar ontmoette ik op een dag de dichter Allen Ginsberg, die bevriend was met de dichter/eigenaar van de boekwinkel, Lawrence Ferlinghetti. Als ik nog puf had, ging ik na mijn dagdienst langs om op een krukje voor de poëziekast wat bundels door te lezen.
Poet from Holland, stelde Lawrence mij voor. Ginsberg bekeek mij argwanend. ‘Kom naar het Savoy Tivoli Café zaterdag, zei Lawrence, Allen leest daar voor, jij kunt in het voorprogramma...’ Die zaterdagavond stond ik op het podium en las mijn gedichten voor, traag, zenuwachtig. Te traag, want opeens klonk een luide, sonore stem vanachter de coulissen, ‘Get of the stage!’ Allen was not amused. Hij duwde me opzij en begon ‘September on Jessore Road’ voor te dragen, stormachtig, overrompelend. Na afloop zaten we aan de bar, een aantal krukken tussen ons in. Hij leunde achterover, wierp me een onderzoekende blik toe. ‘Poet from Holland, right? Well, you sure don’t look like one!’, zei hij, terwijl ie een flinke slok whisky nam.
Met Allen Ginsberg voorgelezen? riep mijn roommate uit later op de avond. Ga weg! Heb je om een foto van jullie samen gevraagd? Nee?!!
Gerry van der Linden
gepubliceerd in Argus, nummer 206, 11 september 2025.
Gerry van der Linden in 1978
Gerry van der Linden is dichter, prozaïst en beeldend kunstenaar. Zij debuteerde in 1975 met gedichten in het literaire tijdschrift Gedicht onder redactie van Remco Campert. In 1978 kwam de bundel De Aantekening (Bezige Bij) en vervolgens publiceerde zij twaalf dichtbundels waarvan de laatste Niemand blijft het langst (Nieuw Amsterdam, 2021). Zij schreef de novelle Enveloppe, de romans Wind en Dolk en publiceert gedichten, korte verhalen en essays in o.a. Hollands Maandblad en de Poëziekrant. Haar werk is in verschillende talen vertaald en bekroond. In 2018 kreeg zij de prestigieuze Ditët e Naimit Prize voor haar internationale oeuvre poëzie (Macedonië).
Sinds 1995 is Van der Linden docent Poëzie en Schrijftraining aan de Schrijversvakschool Amsterdam.

