Ok

En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies. Ces derniers assurent le bon fonctionnement de nos services. En savoir plus.

remco campert

  • Memorabele memoires (2) Remco Campert

    Pin it!

     

    Memorabele  memoires

    (what’s in a name?)

     

    In deze rubriek blikt dichter Gerry van der Linden

    op bijzondere ontmoetingen terug.

     

     

    poëzie,gerry van der linden,remco campert,nederland

    Gerry van der Linden leest uit De aantekening voor, t Spui, 1978

     

     

    Ontmoeting met Remco.

     

    In de winter van 1974 liep ik met mijn geliefde en drie kunstenaarsvrienden langs een oud pakhuis aan de Oude Schans in Amsterdam, we zochten een plek om te wonen en werken. We spraken een grote man aan, handen als kolenschoppen, die in de deuropening stond te roken.
    Daar kan je toch niet wonen, antwoordde hij op onze vraag, ik sla er mijn handel in op.
    Hij bleek de eigenaar van het pakhuis en woonde ernaast. Op zijn uitnodiging stapten we zijn huisje binnen waar zijn vrouw ons iets te drinken aanbood. Een uurtje later stonden we buiten met de sleutel van het pakhuis. We huurden het voor 200 gulden per maand, vier verdiepingen van 25 meter lang en 4,5 meter breed. Mijn geliefde en ik namen de tweede verdieping, die was wat hoger. Hij schroefde haken in de balken en hing een bed op aan stalen kabels, weg van de tocht die door de gaten in de vloer blies. We spanden het achterste gedeelte van de ruimte af met vrachtwagenzeildoek, uitkijk op een piepkleine binnenplaats, en plaatsten een Aladin kacheltje. Als je het zeildoek opzij trok, sloeg de kou in je gezicht. We kookten op een campinggasstelletje en poepten in een emmer, maar we konden in eigen huis tennissen, fietsen en kamperen. En kunst maken, als we door inspiratie zouden worden getroffen. In de zomer schoven we de deur open en zagen de Montelbaantoren glanzen in de zon. 

    poëzie,gerry van der linden,remco campert,nederlandTwee jaar later kwam Remco Campert op bezoek. Hij zag een half afgebouwde keuken van gasbeton, een open wc zonder bril, en het bed in de lucht. Hij liep heen en weer en keek rond. Prachtig, zei hij en of ik nog meer gedichten had dan die hij in zijn tijdschrift Gedicht had opgenomen, hij wilde dat de Bezige Bij een bundel zou publiceren.
    O, nee, zei ik, nog lang niet.
    Maar mijn geliefde knikte heftig van ja. Ik was een meisje uit Noord-Brabant en nauwelijks gewend aan de mentaliteit en het leefritme van de hoofdstad. ‘Amsterdams druk’, zo noemde een vriendin, die ook uit de provincie was weggevlucht, het wilde kunstenaarsleven waarin ik was beland. De moeder van mijn geliefde was bevriend met dichters van de Vijftigers. Bert Schierbeek had bij haar op kamers gewoond en de ene na de andere Vijftiger had in zijn krappe kamertje gelogeerd. Voor de eerste publicatie in Gedicht kreeg ik vijftig gulden. Ik kocht er lichtblauwe pumps van. Een beetje ernaast stapte ik naar bodega Keijzer waar Remco op mij wachtte in gezelschap van Bert Schierbeek. Aan tafel deden we een spelletje. 
    ‘Wond,’ zei Remco, ‘nu, jij.’ 
    ‘Open,’ zei ik.
    ‘Jeminee,’ zei Bert, ‘ik heb hier te maken met echte dichters, ober, ik wil iets te drinken!’. 

     

    Gerry van der Linden

     

    gepubliceerd in Argus, nummer 202, 3 juli 2025.

     

     

    poëzie,gerry van der linden,remco campert,nederland

    Gedicht, nr 5, februari 1975, met 12 gedichten van Gerry van der Linden

     

     

    Gerry van der Linden is dichter, prozaïst en beeldend kunstenaar. Zij debuteerde in 1975 met gedichten in het literaire tijdschrift Gedicht onder redactie van Remco Campert. In 1978 kwam de bundel De Aantekening (Bezige Bij) en vervolgens publiceerde zij twaalf dichtbundels waarvan de laatste Niemand blijft het langst (Nieuw Amsterdam, 2021). Zij schreef de novelle Enveloppe, de romans Wind en Dolk en publiceert gedichten, korte verhalen en essays in o.a. Hollands Maandblad en de Poëziekrant. Haar werk is in verschillende talen vertaald en bekroond. In 2018 kreeg zij de prestigieuze Ditët e Naimit Prize voor haar internationale oeuvre poëzie (Macedonië).

    Sinds 1995 is Van der Linden docent Poëzie en Schrijftraining aan de Schrijversvakschool Amsterdam.

     

     

  • Memorabele memoires (1) Bert Schierbeek

    Pin it!

     

    Memorabele  memoires

    (whats in a name?)

     

    In deze rubriek blikt dichter Gerry van der Linden

    op bijzondere ontmoetingen terug.

     

     

    Op bezoek.

     

    bert schierbeek,gerry van der linden,poésie,poëzie,nederland,pays-bas,geert lubberhuizen,remco campert

    Gerry van der Linden met Bert Schierbeek, 1989. Collectie: Literatuurmuseum

     

    We gaan bij de grote baas langs op de Van Miereveldtstraat, had Bert Schierbeek gezegd. Hij en Remco Campert waren redacteuren van de Bezige Bij. De uitgever Geert Lubberhuizen zat onderuitgezakt achter een bureau vol boeken en papieren kriskras door elkaar, zijn benen in katoengebreide kniekousen staken eronder uit, hij droeg een korte kakibroek. Hij was zojuist teruggekeerd van vakantiekamp De Grote Beer waar schrijvers van de coöperatie hun kinderen voor de zomer konden stallen, zodat er weer wat geproduceerd kon worden. Als opperhopman had hij zware dagen achter de rug. Hij bekeek me met een geamuseerde blik die algauw naar Bert afdwaalde met de stille vraag Waar heb je dié vandaan?’ Ik verkeerde in bange dagen, de buitenwereld ging zich met mij  bemoeien.  Mijn poëzie was van mij en dichten was voor mij ademhalen. Nu nam hyperventilatie de overhand. Ik was bang voor de grote Randstadwereld die vast genadeloos zou oordelen over mijn ‘particuliere wereldje’ op papier. Daar hebben we allemaal last van, zei Bert, ik ook, en ik ben al jaren geen debutant meer! Hier stond ik in dit kantoor met twee mannen die mijn vader hadden kunnen zijn. Juist nu ik de mijne voorlopig niet wilde zien. Ook dat stond in een gedicht. De uitgever moest wel even bijgepraat worden. Mijn heuplange haar, hippiebroek, spijkerjack, zwarte eyeliner, en mijn zwijgen, ik had nog geen woord gezegd, maakten dat hij zijn lichtelijk ironische toon niet liet varen. Hij stak een sigaar op en blies uit. Negen gedichten in Gedicht en meer in het volgende nummer, schalde de stem van Bert door de met damp gevulde kamer. Remco weet wat hij doet. De gedichten gaan eerst langs mij. Ajuus, Geert!

    bert schierbeek,gerry van der linden,poésie,poëzie,nederland,pays-bas,geert lubberhuizen,remco campertEnige tijd later klom ik met bonzend hart de steile trap op van het huis aan de Koninginneweg. Algauw verscheen de brede lach van Bert in het trapgat. Een huis vol licht en boeken, kleurige schilderijen aan de muur, lekker rommelig. We aten een boterham en dronken thee. ‘Schrappen,’ zei hij tussen een hap door. ‘Alles wat je te veel zegt, en dat gaat vanzelf, moet je schrappen.’ ‘Alles?’ zei ik verschrikt. Een bulderende lach volgde en toen kwam de fles op tafel. Ik mompelde nog iets over het vroege uur, maar de glazen waren al vol. ‘Op de jonge dichteres!’ zei Bert, terwijl hij het glas hief en mij een knipoog gaf.

     

    Gerry van der Linden 

     

     

    gepubliceerd in Argus, nummer 193, 27 februari 2025

     

    interview Gerry van der Linden, 2020

     

    Gerry van der Linden is dichter, prozaïst en beeldend kunstenaar. Zij debuteerde in 1975 met gedichten in het literaire tijdschrift Gedicht onder redactie van Remco Campert. In 1978 kwam de bundel De Aantekening (Bezige Bij) en vervolgens publiceerde zij twaalf dichtbundels waarvan de laatste Niemand blijft het langst (Nieuw Amsterdam, 2021). Zij schreef de novelle Enveloppe, de romans Wind en Dolk en publiceert gedichten, korte verhalen en essays in o.a. Hollands Maandblad en de Poëziekrant. Haar werk is in verschillende talen vertaald en bekroond. In 2018 kreeg zij de prestigieuze Ditët e Naimit Prize voor haar internationale oeuvre poëzie (Macedonië).

    Sinds 1995 is Van der Linden docent Poëzie en Schrijftraining aan de Schrijversvakschool Amsterdam.

     

     

     

  • Résistance

    Pin it!

     

     

     

    Un poème de Remco Campert

     

    Remco Campert, De Bezige Bij, poésie, Hollande, Ukraine

    photo Charlotte Odijk

     

     

    Fils d’un écrivain résistant mort en déportation, auteur depuis toujours de la maison d’édition De Bezige Bij née en 1943 dans la clandestinité, Remco Campert est l’auteur d’une œuvre imposante. De Bezige Bij a retenu quelques-uns de ses vers – lesquels figurent d’ailleurs sur l’une des façades du siège de la maison d’édition – pour les faire traduire en 14 langues pour protester contre la guerre qui touche l’Ukraine.

     

     

    Résistance

     

     

    La résistance s’amorce non par de grands discours

    mais par de minimes actes

     

    de même que la tempête par un bruissement dans le jardin

    ou le chat soudain pris de folie

     

    de même que les fleuves

    par une imperceptible source

    tapie dans la forêt

     

    de même qu’un embrasement

    par l’allumette

    qui allume une cigarette

     

    de même que l’amour par un simple regard

    un frôlement l’inflexion d’une voix

     

    se poser à soi-même une question

    ainsi s’amorce la résistance

     

    que l’on poursuit en la posant à autrui

     

     

     

     

    traduit du néerlandais par Daniel Cunin

     

    remco campert,de bezige bij,poésie,hollande,ukraine

     

     

    documentaire de 2016 sur et avec Remco Campert (NL)